maart 2012

Aftrek monumenten in de aangifte over 2011

Het is bijna 1 april en de deadline voor het indienen van de aangifte Inkomstenbelasting over 2011 komt snel naderbij. Voor 2011 geldt nog de oude regeling voor aftrek. Het regime dat vanaf 2012 geldt is kort besproken in de nieuwsbrief najaar 2011.

Aftrek van kosten is alleen mogelijk voor Rijksmonumenten die privé eigendom zijn. Dus niet voor gemeentelijke monumenten en ook niet voor Rijksmonumenten die eigendom zijn van een stichting.

Welke kosten zijn aftrekbaar over 2011?
Kosten van werkzaamheden aan een rijksmonument kwalificeren als uitgaven voor monumentenpanden (UMP) wanneer er sprake is van onderhoudskosten die de eigenaar heeft gemaakt in zijn hoedanigheid van eigenaar en die niet als verbetering worden aangemerkt.
Een paar opmerkingen ter toelichting.
• Wanneer een rijksmonument zodanig wordt verbouwd dat in bouwkundig opzicht in wezen sprake is van nieuwbouw, zijn de kosten van die verbouwing niet aftrekbaar. Nieuwbouw sluit onderhoud uit. Denk aan situaties waarin alleen de gevel blijft staan of herbouw van een door brand volledig verwoest pand.
• Onderhoudskosten zijn kosten voor werkzaamheden aan een monument waarmee dat monument, zoals het bij aanvang van de werkzaamheden bestond, in bruikbare staat wordt gehouden of hersteld. Het ongedaan maken van vroegere wijzigingen valt daar nagenoeg altijd buiten, althans wanneer daarvoor geen bouwkundige noodzaak bestaat. Ook het aanbrengen van nieuwe voorzieningen is verbetering, terwijl bij interne verbouwing van bijv. een keuken de kosten veelal een gemengd karakter zullen hebben. Voorafgaand overleg met de Belastingdienst is in die gevallen aan te raden. Vervanging van roerende zaken (fornuis etc.) is niet aftrekbaar.
• Alleen de zogenaamde eigenaarskosten zijn aftrekbaar. Dus niet de kosten die in een verhuursituatie door de huurder worden gedragen. Voorbeelden van typische eigenaarskosten zijn: buitenschilderwerk, grotere reparaties, binnenschilderwerk en behangen voor zover dat het gevolg is van een restauratie aan de monumentale elementen. Ook de vervanging van een cv-ketel of elektrische bedrading is aftrekbaar.
• Ook advieskosten die verband houden met werkzaamheden die als aftrekbare kosten kwalificeren zijn aftrekbaar. Denk daarbij aan architectenkosten en de
Monumentenwacht.

Box 1 of Box 3?
Is het pand het hoofdverblijf van de eigenaar, dan valt het in box 1. Wanneer er sprake is van een tweede woning of een verhuurde woning dan vindt belastingheffing doorgaans plaats in box 3.

Box 1
• Het eigen woningforfait (af te leiden uit de WOZ waarde) wordt bijgeteld.
• Eventuele financieringsrente is aftrekbaar.
• Bepaalde onderhoudskosten (zie hierboven), lasten (premie opstalverzekering, gemeentelijke onroerendezaakbelasting, waterschapslasten die aan de eigenaar worden opgelegd, jaarbijdrage Monumentenwacht en contributie Bewoond Bewaard) en afschrijvingen (0,2025% van de WOZ-waarde met een maximum van € 2.025; bij een WOZ-waarde onder € 75.000 is het percentage lager) komen in aanmerking als UMP, onder aftrek van een drempel.
• De drempel is 0,8% van de WOZ-waarde.

Box 3
• Forfaitair wordt 4% van de waarde in het economische verkeer belast tegen een tarief van 30%, wat neerkomt op een jaarlijkse heffing van 1,2% van die waarde.
• Eventuele financieringsrente is niet aftrekbaar, maar de schuld komt in mindering op het totaal van de bezittingen.
• Alleen bepaalde onderhoudskosten zijn als UMP aftrekbaar, onder aftrek van de drempel. Lasten en afschrijvingen komen niet voor aftrek in aanmerking in box 3.
• De drempel in box 3 is 4% van de waarde in het economische verkeer.

Overige voorwaarden voor aftrek.

Lasten, afschrijvingen en onderhoudskosten mogen slechts afgetrokken worden in het jaar van feitelijke betaling (waaronder ook begrepen verrekening of omzetting in een rentedragende schuld). Verder moeten de lasten, afschrijvingen en onderhoudskosten ook daadwerkelijk ‘drukken’ op de eigenaar. Voor zover kosten worden gedekt door verzekeringsuitkering, een subsidie of een gift is geen aftrek toegestaan. Ten slotte, onderhoudskosten moeten ‘in redelijkheid’ zijn gemaakt, dus niet buitenproportioneel zijn.

Disclaimer.

Bovenstaande is een beperkt overzicht van algemene aard. Bewoond Bewaard aanvaardt geen aansprakelijkheid voor onjuistheden.

Aftrek monumenten in de aangifte over 2011 Meer lezen »

Provincies aan zet voor restauratie rijksmonumenten

Provincies nemen voortaan het voortouw in de restauratie van rijksmonumenten. De feestelijke ondertekening van deze afspraak door staatsecretaris
Halbe Zijlstra en IPO-portefeuillehouder Elvira Sweet vond vandaag plaats in het rijksmonument Paviljoen Welgelegen te Haarlem.

Na een succesvolle pilot wordt de regierol in het restauratiebeleid nu structureel gedecentraliseerd van het rijk naar provincies. Voor dit doel stort het
rijk jaarlijks 20 miljoen in het provinciefonds. Provincies bepalen welke rijksmonumenten worden gerestaureerd en verbinden geldstromen van regionale
partners, waaronder gemeenten en particulieren. Door vraaggericht te werken en regionale verbindingen te leggen komt er landelijk aanzienlijk meer dan
20 miljoen beschikbaar voor restauratie.

De afgelopen drie jaar hebben de provincies via een pilot ervaring opgedaan met deze nieuwe werkwijze. IPO-Bestuurslid Elvira Sweet: “Onder regie van
provincies hebben partijen in de regio de rijksbijdrage voor restauratie meer dan verdrievoudigd. Beter dan het rijk kunnen provincies beoordelen welke
projecten voor de regio van vitaal belang zijn en welke partijen willen bijdragen aan de financiering. Dit is niet alleen goed voor de restauratie zelf, maar
geeft ook een impuls aan de regionale economie.”

Provincies zijn verheugd de regietaak nu structureel te kunnen oppakken. Dit doen zij in samenwerking met hun partners. Op lokaal en regionaal niveau
met gemeenten en particuliere organisaties. Op landelijk niveau zal nauw contact worden gezocht met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het
Nationaal Restauratiefonds.

Staatssecretaris Zijlstra: “Monumenten bieden een grote economische waarde, zoals werkgelegenheid voor de bouw. Ik ben blij dat de provincies nu het
voortouw nemen voor het beheer en onderhoud van monumenten, want vanuit hun perspectief kan het beste worden bekeken welke restauraties bij
kunnen dragen aan plaatselijke ontwikkelingen.”

Voor algemene vragen kunt u ook het IPO en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap benaderen via onderstaande telefoonnummers.

Sander Hage
Communicatieadviseur
Interprovinciaal overleg (IPO)
070 – 888 12 18
06 – 28 90 12 18
shage@ipo.nl

Aicha Lubbinge
Woordvoerder staatssecretaris Zijlstra
Ministerie van OCW
070 – 412 28 59
06 – 15 03 84 01
a.j.lubbinge@minocw.nl

Provincies aan zet voor restauratie rijksmonumenten Meer lezen »

Waar eindigt onderhoud en begint nieuwbouw?

Koekfabriek – ook volgens Hoge Raad geen nieuwbouw

In de laatste nieuwsbrief hebben wij aandacht besteed aan de vraag of het ombouwen van een voormalige koekfabriek (Rijksmonument) tot tien appartementen gekwalificeerd moest worden als restauratie of nieuwbouw. Dat is van belang voor de aftrekbaarheid van de kosten. Het Hof had al geoordeeld dat de werkzaamheden weliswaar omvangrijk waren en de functie van de koekfabriek is gewijzigd, maar dat het gebouw nog steeds vereenzelvigd kan worden met de koekfabriek (de constructie van het gebouw was niet aangetast). De onderhoudskosten zijn derhalve fiscaal aftrekbaar.

De Hoge Raad heeft deze beslissing bevestigd. Daardoor is er weer iets duidelijker geworden over de vraag waar restauratie eindigt en nieuwbouw begint.

Een Kernpunt in de uitspraak is: Of in bouwkundig opzicht sprake is van restauratie van oudbouw of stichting van nieuwbouw wordt bepaald door de vraag of de constructie gewijzigd wordt. De constructie van een gebouw bestaat bouwkundig uit de fundamenten en de dragende delen. Zolang die constructie niet wordt aangetast is bouwkundig in beginsel reeds sprake van instandhouding van oudbouw en ontstaat er bij restauratie bouwkundig geen nieuwbouw.
Wordt de constructie aangetast dan is er bouwkundig sprake van sloop van oudbouw en eventueel vervanging door nieuwbouw.

Waar eindigt onderhoud en begint nieuwbouw? Meer lezen »

Scroll naar boven