mei 2018

Verduurzamen

Verduurzamen is vaak al ingrijpend voor een pand zonder monumentenstatus, maar voor een monument is het zeker maatwerk. Om u inzicht te geven in de mogelijkheden, worden verschillende deelonderwerpen hier verder uitgewerkt.

Laat u zich goed voorlichten over de (on)mogelijkheden bij uw monument en ga niet zomaar in zee met de eerste aanbieder. Vaak worden gouden bergen belooft, die in de praktijk niet waargemaakt worden. Bewoond Bewaard is vanzelfsprekend altijd bereid u verder op weg te helpen.

Navolgend artikel is geschreven door de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) op basis van een praktijkvoorbeeld bij een van onze leden.
ERM is het platform waar overheden, opdrachtgevers en opdrachtnemers gezamenlijk en praktijkgericht werken aan een zo hoog mogelijke kwaliteit in het onderhouden en restaureren van monumenten.
ERM beheert de beoordelings- en uitvoeringsrichtlijnen zoals die worden vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen Restauratie.
De voor deze richtlijnen ontwikkelde kennis draagt ERM uit met nieuwsbrieven, publicaties en kennisbijeenkomsten.
ERM is inhoudelijk verantwoordelijk voor het artikel. 

Een biomassaketel (in dit geval gestookt op houtpellets) is een vorm van “gasloos” verwarmen van de ruimte en het tapwater. Er is een discussie tussen voor- en tegenstanders, die zich toespitst op twee onderwerpen: fijnstof en CO2. Fijnstof is een restproduct dat vrijkomt bij de verbranding van materialen.
Als gekozen wordt voor de hoogste kwaliteit (A1 EnPLus pellets), heeft u de garantie van gecertificeerde pellets, die afkomstig zijn uit verantwoorde bosbouw en een zeer hoge kwaliteit hebben, die voldoet aan de Euronorm EN 14961-2. Deze pellets – mits verstookt in een hoogwaardige biomassaketel – geven een minimale emissie.
Vanzelfsprekend komt bij het verstoken van hout CO2 vrij.
Echter de CO2-cyclus is een korte cyclus, omdat de A1 EnPLus pellets afkomstig zijn van verantwoorde bosbouw, waarbij de bomen – die CO2 bij de groei hebben opgenomen – na ongeveer 15 jaar worden gekapt en er voor elke gekapte boom twee worden teruggeplant. 

Het praktijkvoorbeeld in het artikel gaat uit van het behoud van een deel van het bestaande zogenaamde hoog-temperatuursysteem, namelijk de radiatoren met hun leidingsysteem. De biomassaketel (ook een hoog-temperatuursysteem) is daarop aangesloten.
Het besproken systeem bestaat uit:

1. biomassaketel
2. pelletbunker
3. buffervat(en)
4. buffervat voor tapwater
5. zonnecollector (heatpipes) voor extra energoe van de zon 

Hoe werkt het systeem?

De pelletbunker – in dit geval een zelf gebouwde houten voorraadruimte voor ongeveer 4300kg. pellets in de kelder – wordt door de pelletleverancier vanuit de vrachtwagen door middel van een pomp en slang gevuld.
De bodem van een pelletbunker bestaat uit een wormwiel (een soort kurkentrekker-schroef) die de pellets transporteert naar een zuig-unit, die de pellets in een klein (60kg.) voorraadvat in de pelletketel, die naast de buffer ook in de kelder is geplaatst. Dat vullen gaat geheel automatisch elektronisch gestuurd vanuit de pelletketel, die het wormwiel aanstuurt als de voorraad is gezakt tot 10kg.
De pelletketel verwarmt de naast de ketel geïnstalleerde zwaar geïsoleerde buffervaten (2x 600 liter), van waaruit het warme water (ongeveer 70-75 graden) door het huis en de radiatoren wordt gevoerd. De tapwaterboiler, die op zolder staat) wordt op minimaal 65 graden (in verband met legionella) gehouden.
Overdag (de zon hoeft geeneens echt te schijnen) zorgen 30 op het dak gesitueerde heatpipes voor extra warmte, die in eerste instantie de tapwaterboiler opwarmt tot boven de 65 graden, maar ook warmte toevoert aan de buffervaten voor ruimteverwarming.
Heatpipes zijn vacuümbuizen (denk aan TL-buizen) waar door middel van licht, dat geconcentreerd wordt in het centrum van de buis, een koperbuisje in het centrum van de buis wordt verhit. Die warmte wordt afgegeven aan een apart leidingsysteem gevuld met glycol (vorstbescherming), die in een gesloten spiraal door de tapwaterbuffer loopt en daar de warmte weer afgeeft. Door de speciale vorm kan een heatpipe-systeem tot boven de 100 graden opwarmen. 
Het gebruiksgemak van de installatie is groot. De installatie wordt geregeld vanuit een kamerthermostaat. Alles kan via internet op de computer of telefoon worden gemonitord. De biomassaketel waarschuwt per mail als het tijd wordt om nieuwe pellets te bestellen. Evenzo geeft hij per mail aan als de aslade moet worden geleegd. Dat is ongeveer na 2000kg. pellets, waarbij er een kleine hoeveelheid as (ongeveer 5 liter) resteert, dat als meststof prima in de tuin kan worden verspreid.
De investering inclusief installatie is ongeveer 37.000 / 40.000 €. Hierop is ongeveer 6.500 € subsidie vanuit de rijksoverheid ontvangen. Daarnaast is – omdat het hier de vervanging van oude CV-ketels betrof – gebruik gemaakt van de fiscale aftrek, die is berekend door het bureau Monumentenpanden.
Het restant investering zal terug moeten komen uit het verschil in kostprijs tussen gas en pellets. Over het verbruik is na een klein half jaar nog niet veel te zeggen, maar het lijkt er op dat er zuiniger wordt gestookt dan vroeger op gas.
Een eerste berekening toont aan dat de terugverdientijd tussen 9 en 10 jaar ligt, oftewel een rendement van minimaal 10%.

Een aardgasloos monument

‘Het restaureren en de verduurzaming, die twee zaken hebben altijd mijn grootste interesse gehad. De opgave om de energiehuishouding van dit monument aan te pakken bracht hun samen. De op aardgas gestookte cv-ketels moesten worden vervangen. Dat kon door een op biobrandstof draaiend verwarmingssysteem, dat op een heel natuurlijke wijze in het gebouw kon worden geplaatst. Alle cultuurhistorische waarden zijn behouden, en het monument draagt bij aan de gewenste energietransitie’.

Architect Pieter van Traa woont en werkt in een schitterend monument aan de Havenpark in Zierikzee. Een voormalig pakhuis, gebouwd rond 1500 aan de voormalige haven. Begin deze eeuw kocht hij het aan om er te gaan wonen en te werken.

Gesplitst in appartementen

‘Het pand was door de eeuwen heen regelmatig aangepast, verbouwd en in de tweede helft van de negentiende eeuw zelfs gesplitst in vier appartementen. Vandaar dat het vier huisnummers heeft. Ik ben begonnen om het geheel weer samen te brengen. De oorspronkelijke eenheid binnen het gebouw te herstellen. Daarbij gebruik te maken van mijn cultuurhistorische kennis en uiteraard ook de smaak van mijn vrouw en mijzelf. Veel hokjes en bijvoorbeeld de verschillende badkamertjes eruit te slopen. De centrale trap weer terug te brengen. Waar ooit de wanden bespannen waren, dit terug te brengen, in een motief naar onze voorkeur. Maar ook veel elementen hebben weten te behouden. De kabeltjes van een katrol die we hebben laten zitten herinneren aan een raam dat ooit is verwijderd om plaats te maken voor een deur. Bouwsporen uit het verleden dus, aangevuld met nieuwe bouwsporen’.

Bij uitstek duurzaam

‘Monumenten zijn bij uitstek voorbeelden van heel duurzame gebouwen. Ze gaan immers al eeuwen mee en hebben historisch gezien een geheel eigen uitstraling en waarde. Maar toch kijk je ook naar hedendaagse eisen en wensen op het gebied van duurzaamheid. Zo heb ik de gevels aan de binnenzijde kunnen isoleren terwijl ik toch de ramen in enkelglas heb gehouden. Enkel glas hoort in mijn ogen bij een monument. Dat het dus op sommige plekken een beetje tocht, neem ik voor lief. Trouwens goed voor het binnenklimaat. Verduurzaming kan ook door je eigen woongedrag aan te passen – een trui aan en niet elk vertrek warm houden. Iets anders is de vermindering van de CO2  uitstoot. Hoe kan een monument daaraan bijdragen? Op zolder hingen drie cv-ketels. Een ervan was eigenlijk al “dood”, een tweede lag op sterven en een derde zou ook niet lang meer mee gaan. Oorspronkelijk leverden zij samen de 95 kilowatt (kW), nodig voor dit pand. Ter vergelijking, voor een “gewoon” woonhuis volstaat 25-30 kW. Vervanging van de drie door één op biobrandstof werkende ketel bleek een uitstekende optie. Alternatieve verwarmingssystemen, waaronder een warmtepomp, vielen om verschillende redenen af. Deze biomassaketel verbrand houtpellets. Kleine blokjes die worden geperst van bewerkingsafval uit de houtindustrie’.

Rookkanaal bood kansen

‘Elk monument biedt zijn eigen, unieke kansen op verduurzaming. Door dit hele gebouw loopt een oud rookkanaal. Dat bleek ruim genoeg voor de nieuwe leidingen voor het transport van de verbrandingslucht uit de kelder naar boven. Daarbij kwamen ook nog leidingen voor tap- en stookwater, die mede worden gevoed door enkele zonnecollectoren. Op zolder nam de nieuwe tapwaterboiler de plaats in van de oude ketels, terwijl in de kelder de biomassaketel kwam te staan. Wat we dus hebben moeten opofferen is de ruimte in de schouwen. Daar is nu een plaat voorgezet om de leidingen uit het zicht te werken. Behouden is het bestaande hoog-temperatuursysteem verwarmingssysteem met radiatoren.

Naast de als architect opgedane kennis en ervaring komen bij een ingreep als deze de kwaliteitsrichtlijnen van de stichting ERM goed van pas. Voor mijzelf en voor de uitvoerenden, zoals de installateur. Ingrepen in historische panden vragen om vakmanschap, specialistische kennis en ervaring. De richtlijnen die hiervoor zijn ontwikkeld bieden houvast. En naast een optimale zorg voor monumenten leveren zij ook tijd- en geldwinst op. Er zijn uitvoeringsrichtlijnen voor werkzaamheden als rietdekken, schilderwerk en voegwerk. Maar ook erkenningsrichtlijnen, voor architecten bijvoorbeeld. Daarin staan afspraken over criteria en procedures waarmee de kwaliteit van het werk van de restauratiearchitect vakinhoudelijk wordt gedefinieerd en toetsbaar is. In die richtlijnen hebben wij, architecten, aannemers, schilders etc., samen met experts van de overheid en deskundigen bij opdrachtgevers op allerlei specifieke gebieden onze kennis bijeengebracht’. 

Tips voor verduurzaming

‘Met dat delen van kennis en ervaring maak je het mogelijk een monument verantwoord te verduurzamen. ERM heeft daarvoor trouwens ook een handige waaier uitgegeven met tal van tips. Want een monument is “een levend object”. Er kan van alles mee, wanneer je er maar met respect mee omgaat. Je kunt er toevoegingen aan doen, die aansluiten op de eisen van elke keer weer een nieuwe tijd. Zo verleng je levensduur van een monument. De investering van zo’n € 40.000, die ik heb gedaan in de vervanging van de traditionele cv-ketels door een biomassaketel, in combinatie met de zonnecollectoren, verdien ik in een jaar of acht terug. Reken maar uit: 22 cent kost een kilo pellets (inclusief het transport); 1,8 kilo pellets staat gelijk aan één kubieke meter aardgas. Dus geven we omgerekend 25 cent minder uit per kubieke meter aardgas. En het monument draagt bij nu aan de maatschappelijke opgave om de CO2 uitstoot te verminderen. Zo kan het monument en het milieu met een gerust hart worden overgedragen aan volgende generaties.’ 

Verduurzamen Meer lezen »

Scroll naar boven